In 1960 rapporteerde het CBS dat er in het jaar 2000 18 miljoen mensen in Nederland zouden wonen, bijna allemaal in het bezit van een auto en een riant huis. Om die enorme bevolkingsgroei en welvaart te stimuleren moest er worden geïnvesteerd in werkgelegenheid en voldoende woonruimte. Er was kortom een toekomstvisie nodig voor de langere termijn, die verder ging dan stadsbelangen. Meeliftend op het succes van de al eerder ingezette havenuitbreiding nam het snel groeiende Rotterdam daarin het voortouw. Het megalomane plan 2000+ voorziet in de vergraving van half Zeeland tot haven- en industriegebied met onder meer een groot vliegveld in de Hoekse Waard. Posthuma van het Havenbedrijf en Tillema van Gemeentewerken zetten de grote lijnen uit.
Door het tempo dat de haven- en stadsuitbreidingen in de jaren zestig hebben gekregen is van de gebruikelijke democratische gang van zaken waarbij het college bestuurt, het ambtelijke apparaat uitvoert en de raad controleert al lang geen sprake meer. Menig havenbekken was al gegraven voor de raad het goedkeurde en met name het havenbedrijf is uitgegroeid tot een zelfstandige macht.
Het plan 2000+ is oorspronkelijk onderdeel van een serie, de regenboogboekjes die samen een regionale toekomstvisie weergaven. Plan 2000+, het gele boekje lekt voortijdig uit. Heel Voorne Putten wordt vergraven tot haven- en industriegebied en in de Hoekse Waard zal Grevelingenstad Rotterdam in inwoneraantal achterna gaan. Het plan lekt voortijdig uit en waar de eerdere havenuitbreidingen door de bevolking als noodzakelijk werden geaccepteerd steekt nu een storm van verontwaardiging op. Burgemeester Thomassen die het plan naar buiten toe verdedigt en het gaandeweg probeert als 'discussiestuk' te presenteren, is woest dat hij zo door zijn ambtenaren voorbij is gelopen.
Tot het jaar 2000 is voor de haven van groot Rotterdam 30.000 hectare nieuw industriegebied nodig. Daarmee rekent althans het gemeentelijk havenbedrijf. De kersverse Burgemeester Thomassen voelt zich overvallen door het ook nog eens uitgelekte rapport van zijn ambtenaren. In de bestuurlijke cultuur van Nederland is het een doorbraak. De ambtenaren die geacht worden uit te voeren wat de politiek hen opdraagt hebben het initiatief naar zich toe getrokken en de gemeentelijke dienst gedraagt zich als een onderneming. De spagaat zal nog 35 jaar in stand blijven; pas in 2004 volgt de wet de praktijk en wordt het voorheen gemeentelijk havenbedrijf verzelfstandigd tot NV.
Het eiland Voorne wordt steeds meer ingesloten door industrie. Eerst werd het hele eiland Rozenburg omgewoeld tot industriegebied en nu strekt de Maasvlakte zich uit tot ver voor de kust. Is het landelijke Voorne de volgende halte in de onstuitbare ontwikkeling van de grootste haven van de wereld? Met de verslaggevers van Hier en Nu maken ook bewoners en natuurliefhebbers zich hierover ernstig zorgen.
Aan de Eemhaven ligt de grootste containerterminal van de wereld, Europe Container Terminus, waar jaarlijks 1 miljoen containers worden overgeslagen. Het lijkt veel, maar is pas het begin. Op de Maasvlakte gaat ECT de Deltaterminal bouwen, die in 1984 gereed moet zijn. Terwijl de meeste films en beschouwingen over de Rotterdamse haven hoe langer hoe kritischer worden heeft het commentaar van oudgediende Philip Bloemendal nog een ouderwets jubelgehalte. De Deltaterminal werd in 2002 overgenomen door het (Hongkong) Chinese Hutchison. In 2021 volgt de nabij gelegen APTM terminal.
Decennia lang was Rotterdam de grootste havenstad van de wereld. Eind 2004 neemt Shanghai de fakkel over, waarschijnlijk voor de eerstkomende 100 jaar. De stad is zo groot als de provincie Zuid-Holland, en met 30 miljoen inwoners van een onvoorstelbare schaal. Was het westen eeuwenlang de Nieuwe Wereld, langzaam beginnen de rollen om te keren. Begin vorige eeuw trokken de Chinezen voor een betere toekomst naar het Rotterdamse Katendrecht. Vandaag de dag investeren Rotterdamse zakenlui die vooruit willen in China en is China grootaandeelhouder in de haven van Rotterdam. Het is wederzijds wennen aan de betekenis van de woorden 'afspraak', 'contract' en 'vertrouwen'.
In de wederopbouwperiode werd Nederland op de tekentafels in brede streken opnieuw ontworpen: wonen, werken en recreëren moesten strikt gescheiden worden, functionaliteit vóór alles, en wie het daar niet mee eens was bezondigde zich aan burgerlijke bekrompenheid; voor sentimentaliteit was geen ruimte. Eén van die brede maar minutieus uitgewerkte schetsen was ‘Plan 2000 +’.
In 1968 werd in alle stilte het Plan 2000+ ontwikkeld: een plan, waarbij heel Voorne-Putten zou worden afgegraven en omgevormd tot een industrieel havengebied. Het grotendeels agrarische Goeree-Overflakkee zou één grote stad worden. Grevelingenstad met meer dan 500.000 inwoners. Het gebied zou ontsloten worden door nieuwe spoorwegen, snelwegen en vliegvelden. Van het milieu hadden de planologen nog nooit gehoord.
Begin 1969 legde Het Vrije Volk de hand op de plannen, die tot dan toe achter gesloten deuren waren besproken. Het is nooit duidelijk geworden wie er heeft gelekt, maar de plannen leidden tot een storm van verontwaardiging. Eind jaren zestig was de tijdgeest veranderd. De Rotterdamse gemeenteraad werd gedwongen een openbare hoorzitting te organiseren, waarin het de plannen in de openbaarheid bracht. Daarna begon de landelijke politiek begint zich ermee te bemoeien. Volgens de voorzitter van de Vaste Kamercommissie Verkeer en Waterstaat, de VVD’er Zegering Hadders, moest Rotterdam ‘zich onbelemmerd kunnen uitbreiden, ook al zouden het Westland, Voorne-Putten en de Hoeksche Waard eraan moeten geloven’. Maar minister Schut van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening dacht daar anders over. Hij noemde het plan ‘onhaalbaar’ en smeedde een coalitie waarin regering én provincie vasthielden aan de tweede nota ruimtelijke ordening, waardoor het gebied zijn agrarische bestemming hield.
Als hij wakker wordt proeft hij braaksel in zijn mond. Er speelt nog steeds iemand op het harmonium, maar het geluid wordt weldra overstemd door dat van bulldozers. Het laatste huis van Blankenburg is binnen een paar uur verdwenen. De haven heeft altijd haast.
Vertellers in volgorde van opkomst: Remi Poppe, Joop Reurink, Joost Bestenbroer, Arie Lievaert.
Zelfs het weinig populaire en erg op het bedrijfsleven leunende kabinet-De Jong ziet zich genoodzaakt om in de troonrede van 1970 een passage op te nemen over de leefomgeving. De schadelijke neveneffecten van de toenemende welvaart voor ons leefmilieu worden zorgwekkend.
U bent door het gemeentebestuur in het bezit gesteld van een exemplaar van het Rapport 2000+, waaraan u zelf hebt medegewerkt. Het rapport moet nog van een voorwoord worden voorzien. Nu wij hinder ondervinden van voorbarige publiciteit, is het een dringende zaak. De tekeningen kunnen (mits achter slot) onder uw berusting blijven. Wilt u uw rapport (uw naam en kantooradres s.v.p. noteren op de buitenzijde) heden tussen 11 en 13 uur inleveren bij de heer H.O. Bron, Chef Kabinet, Stadhuis kamer 102 (uitsluitend aan de heer Bron persoonlijk). Zodra het voorwoord is ingevoegd ontvangt u uw exemplaar terug.
Aanvankelijk was het mijn voornemen het voorwoord met een begeleidend briefje aan u toe te zenden, met het verzoek het in het boek te plakken. Nu echter dient het gemeentebestuur er van verzekerd te zijn, dat geen enkel exemplaar zonder voorwoord buiten het Stadhuis komt. Het inleveren kan geen uitstel lijden.
Met het voortijdig uitgelekte Plan 2000+ overspeelt ir. Posthuma zijn hand. Burgemeester Thomassen, die naar buiten toe het plan overigens loyaal verdedigt en nuanceert, voelt zich te kijk gezet door zijn ambtelijk apparaat en haalt de teugels aan. Intussen werpen oliecrisis en een toenemend milieubewustzijn steeds meer barrières op tegen de vanzelfsprekendheid waarmee havens en industrie tot op dat moment zijn uitgebreid.
Ir. Posthuma (60) gaat vervoegd met pensioen. Maar niet, zoals wel eens is gesuggereerd, omdat in Rotterdam de vanzelfsprekendheid van de expansie plaats heeft gemaakt voor bezinning en driftige zelfkritiek. 'Dit besluit heb ik al jaren geleden genomen. Ik heb in de loop van de tijd alle maatregelen genomen om hiernaartoe te leven'. Om de gemeente in staat te stellen tijdig een opvolger te vinden (een haven kun je niet van de ene op de andere dag overdragen) heeft hij zijn vertrek vroegtijdig aangekondigd. Niettemin vindt hij het tijdstip waarop die opvolger (drs. F. Scheurleer) gekomen is rijkelijk laat.
Ir. Posthuma heeft er nimmer een geheim van gemaakt de havenuitbreiding niet in alle opzichten te hebben toegejuicht. Hij had indertijd andere ideeën over de vormgeving van Europoort. Rozenburg had naar zijn mening nimmer mogen uitgroeien tot de omvang die het nu heeft. Verstandiger was het in zijn ogen geweest de kleine bestaande kern te behouden en na verloop van tijd af te breken. De industriële ontwikkeling aan de Moerdijk noemt de heer Posthuma 'een planologische blunder'. 'Het project is uitgevoerd omdat het voor de werkgelegenheid nodig werd geacht, maar het ligt, zo meent hij, te ver van Rotterdam om werkelijk een stevige band met het haven- en industriegebied daar te hebben'. De heer Posthuma betreurt ‘dat het Rotterdamse Plan 2000+ in de lade terecht is gekomen, zonder dat er werkelijk serieus over is gediscussieerd. Hopelijk zijn we nuchter genoeg om de zaak nog eens op te pakken. We hebben destijds niets anders gedaan dan een paar varianten voor de toekomstige ontwikkeling van de haven op tafel gelegd'. Ir. Posthuma blijft van mening dat, als dat ooit nodig mocht zijn de Hoekse Waard zich wat de ligging betreft het best leent voor uitbreiding van het havengebied en voor de vestiging van schone metallurgische en chemische industrie. 'Of het ooit zal gebeuren zal afhangen van de ontwikkeling van de werkgelegenheid. Voorlopig hoeft er met de Hoekse Waard niets te gebeuren. Laat ze maar liggen zoals ze er ligt, maar bouw er alsjeblieft geen stad op. Werp geen barrière op voor het nageslacht'.
Ir. F. Posthuma keert terug naar zijn geboortegrond. Curieus genoeg stort de kille technocraat die menig boer van zijn land verdreef, zich in Friesland op het verzamelen van ambachtelijke gereedschappen en werktuigen. Zijn collectie ligt in het depot van Museum Rotterdam. Met name ploeg en eg zullen door veel oud-Blankenburgers met gemengde gevoelens worden bekeken.
Of is er ruimte voor een andere visie? In het diepste geheim werken economen, architecten en historici aan PLAN 2100+ een toekomstvisie op het gebied. Een deel van hun inspiratie halen ze uit het verdwenen verleden, uit Atlantis in de Botlek.