De God van de haven

In 1959 werd Frans Posthuma directeur van het Havenbedrijf. Hij was een man met visie die de grote ontwikkelingen in de petrochemische industrie onderkende en al snel uitgroeide tot de motor achter de aanleg van nieuwe havens en handelsterreinen. Tijdens zijn bewind vestigden zich in de haven van Rotterdam tientallen raffinaderijen en fabrieken. Met de voorwaarden nam men het niet zo nauw; hoe meer industrie, hoe meer welvaart. Later zorgde Posthuma ervoor dat Rotterdam als eerste haven in West-Europa gereed was voor het containertijdperk. Zijn uitgangspunt was simpel: een schip mocht nooit hoeven wachten om geladen of gelost te worden.

 
 

De andere belangrijke spelers in het veld waren directeur Jan Tillema van gemeentewerken, burgemeester Gerard van Walsum en later burgemeester Wim Thomassen. Ze legden letterlijk de loper uit voor elke nieuwe industriegigant die zich in Rotterdam wilde vestigen. Vaak was de grond van de nieuwe havengebieden al uitgegeven voor zij bouwrijp was. Garantstellingen, vergunningen, in Rotterdam was alles binnen twee dagen te regelen. Anderzijds moet gezegd worden dat Posthuma een visionair was. Hij voorzag al in de jaren zestig dat het belang van olie en chemie voor de Rotterdamse haven van tijdelijke aard zou zijn en kende de container een veel belangrijker rol toe.

 
 

Europoort - Oliepoort

De behoefte aan olie zal naar verwachting vanaf eind jaren zestig alleen maar toenemen. Niet alleen voor de energievoorziening, maar ook als grondstof voor plastic in allerlei gedaanten. Frans Posthuma van het havenbedrijf ziet Rotterdam als sleutel voor de Europese economie. Met de havennota waar in de reportage van wordt gesproken wordt het Plan 2000+ bedoeld. Het is ook een kwestie van mentaliteit, hoge koppen gaan er al gauw vanaf in ons vlakke landje. Want opnieuw zal de Gouden Delta moeten worden uitgebreid van Moerdijk tot Zeeland aan toe. De haven heeft nooit genoeg.

Europoort Oliepoort, 11 november 1968, Will Simon (AVRO)

 
 
 
 
 
 

Havenbaron in overheidsdienst

De financiële krachtsverhoudingen maken wel duidelijk hoe kansloos boeren en bewoners waren tegen de industriële macht in het nieuwe Nederland. Als legitimatie voor zijn plannen beroept Ir. Posthuma - directeur van het Havenbedrijf Rotterdam -  zich op de keiharde internationale concurrentie en hij eist in zoveel bewoordingen steun van het gehele Nederlandse volk. Curieus is dat het havenbedrijf op dat moment nog een overheidsdienst is en dat beide opponenten strikt genomen dezelfde werkgever hebben.

'In 1963 ging ik naar New York. Ik wilde kijken naar het laden en lossen van een nieuw type schip, zo een met containers. Ik heb gepraat met Malcolm McLean, de uitvinder van de container. Dat was aanvankelijk een wat stroef gesprek. Eigenlijk wist ik niet waarover ik sprak, want ik had nog nooit het laden en lossen van een full-containerschip gezien. McLean bleek zeer goed geïnformeerd over de situatie in de Noordwest-Europese havens. Hij vertelde mij zelfs dat de kadeterreinen in Rotterdam niet breed genoeg waren en daardoor ongeschikt voor de behandeling van containers die veel ruimte zou vergen. Nou wist ik dat het Havenbedrijf die dagen in haar maag zat met een flinke lap grond met een breedte van ongeveer tweehonderd meter in de Prinses Beatrixhaven. Dat vond McLean een prima terrein. Drie jaar later, in 1966, meerde de Fairland, geladen met 226 containers, er af.' (Frans Posthuma)

Posthuma en de andere ambtenaren van het gemeentelijk havenbedrijf hebben de wind stevig in de rug. Op het moment dat de grootsche havenplannen gerealiseerd worden is het vooral de herinnering aan de armoe van crisistijd en oorlog die de waardering voor de nieuwe tijd bepaalt. De koelkast, de brommer, werk in overvloed in plaats van bijna niks, en vanaf 1961 zo nu en dan een stevige loonsverhoging, vakantiedagen en allerlei verworvenheden die tien jaar eerder nog slechts aan Amerikanen werden toegeschreven. De nieuwe tijd wordt op twee manieren zichtbaar. Aan de horizon staan voortaan de kraakinstallaties en raffinaderijen, in huiskamer en keuken rukken de voortbrengselen van dezelfde chemische industrie onweerstaanbaar op. Plastic en kunststof vervangen staal en hout. En uit Amerika (dat dankzij de televisie steeds dichterbij komt te liggen) waait zelfs de Tupperware party over. In dit Dossier vinden we het trompetgeschal over de havenuitbreidingen en flarden uit het persoonlijk archief van Frans Posthuma. Veel vinden we ook niet. De beleidsmakers van toen zijn vrijwel zonder uitzondering overleden en kon niks meer gevraagd worden. De directies van de grote olie- en chemische bedrijven zijn nog steeds weinig scheutig met informatie over de (mis-)stappen uit hun verleden.


 
 

Minister Suurhof over havenuitbreiding
 
 

ICI bouwt enorm chemisch bedrijf bij Rotterdam

Imperial Chemical Industry Ltd te London zal een zeer grote fabriek bouwen bij Rotterdam. Met de gemeente Rotterdam is practisch overeenstemming bereikt. Onderhandelingen over een industrieterrein van 120 hectare in de uiterst oostelijke punt van Europoort, even ten zuiden van het dorp Rozenburg, zijn in een ver gevorderd stadium. ICI zou de komende tien jaar een bedrag van ruim een miljard gulden willen investeren.

Men hoopt al in januari 1962 met de bouw te kunnen beginnen. Men verwacht bij topproductie te kunnen volstaan met 2000 tot 3000 arbeiders, omdat het produktieproces niet zeer arbeidsintensief is. De voorgenomen vestiging is een onderdeel van een programma van de ICI om te komen tot produktiebedrijven in de landen van de Euromarkt en van de Europese Vrijhandelsassociatie.

Deze nieuwe industrie zal tot de grootste behoren, die zich na de oorlog in de omgeving van Rotterdam hebben gevestigd. In Rotterdam heerst grote voldoening over het feit, dat in principe overeenstemming is bereikt. Verwacht wordt, dat zeer binnenkort aan de gemeenteraad een voorstel zal worden aangeboden om tot terreinverhuur over te gaan.

 
 

 
 

 
 
 

pragmatisme, maar wel vanuit een filosofie

Onder leiding van Frans Posthuma, die in 1959 aangetreden was als directeur van het Havenbedrijf, was de olie-industrie naar Rotterdam gekomen. De behoefte aan haventerreinen groeide spectaculair en de schepen werden groter en groter. De vraag rijst of de ontwikkeling van de Rotterdamse haven in deze periode het gevolg is van strategie of van pragmatisme. Posthuma heeft daar in 1972 in het boek 'Rotterdam Europoort 1945-1970' antwoord op gegeven. Hij stelde daarin dat het besluit tot de aanleg van Europoort in hoge mate gestuurd was door het voornemen van de aanleg van de oliepijpleiding van Wilhemshaven naar het Ruhrgebied. De achterliggende gedachte hierbij was dat Rotterdam toegankelijk moest blijven voor de grootste schepen en dat dus havens vlak aan zee noodzakelijk waren. Posthuma vatte dit zelf samen als pragmatisme, maar wel vanuit een filosofie. Na de oorlog had Rotterdam de vestiging van olie-industrie en aanverwante chemische bedrijven krachtig gestimuleerd. De schaalvergroting in deze industrietak, nog versneld door de Suezcrisis, dwong Rotterdam ertoe om, zoals Posthuma het zei, 'dit apparaat aan te passen aan de schaalvergrotingen'. Het zou de laatste keer blijken te zijn dat zo'n rigoureuze ingreep in de natuur in Nederland zou plaatsvinden ten gunste van economische expansie.

 
 
 
 
 
 

het welzijn van de Rotterdamse mens

Een huisarts in Rotterdam heeft een eigen visie op de welvaartsziekten die zich steeds verder verspreiden. De economie gaat altijd voor en hoe is het met het welzijn van de Rotterdamse mens? Is deze wel gelukkig. Dr. Lamberts was met zijn verlichte denkbeelden zijn tijd tamelijk ver vooruit. In het jaar dat hij zijn standpunt kenbaar maakt (1961) vierden de vakbonden voor het eerst sinds de oorlog grote successen bij de loononderhandelingen. De meeste arbeiders hadden nog geen televisie om van een auto nog maar te zwijgen. J.H. Lamberts is een vasthoudend man. Tien jaar later -als hij inmiddels zijn huisartsenpraktijk combineert met een Kamerlidmaatschap voor de PvdA- stelt hij onomwonden dat wonen en werken in Rijnmond de mens gemiddeld vijf jaar van zijn leven kost.

Polders voor industrie, 8 november 1961, Wim van der Velde (VPRO)

 
 
 
 
 
 

land of dew

Impressie van het Europoortgebied waar de schaalvergroting van de haven het beste zichtbaar is. De havens worden hier ontworpen om olietankers van 100.000 ton te kunnen verwelkomen. Hypermoderne pijpleidingen verbinden de fonkelnieuwe opslagtanks met de immense Shellraffinaderij in Pernis. De glans van de fossiele industrie is overal zichtbaar, net als de trots op het geen verricht wordt. Het zal nog een jaar of tien duren voor ook de keerzijde voelbaar wordt.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Het wonder van de haven

In 1965 is de BBC reporter Jerry Cowen niet de eerste buitenlandse journalist die afreist naar Rotterdam om het wonder van de haven te aanschouwen. Op dat moment is net de deal met de Imperial Chemical Industries beklonken. Met hun vestiging op het voormalige dorp Blankenburg is uiteindelijk 100 miljoen pond gemoeid. Een pond is op dat moment nog bijna een tientje waard. Het epicentrum van de havenuitbreiding is inmiddels verschoven richting Noordzee. De blokkade van het Suezkanaal in 1967 was aanleiding voor een versnelde schaalvergroting in de haven. Shell, Esso en Caltex zijn al bezig nieuwe tankparken aan te leggen om voorbereid te zijn op de komst van reuzentankers in dieper water.

 
 

'Het is er niet meer. Wij kunnen nooit gaan kijken van 'daar heb ik gewoond'
 
 

Nagenoeg alles is weg. Dat doet des te meer zeer omdat het achteraf bezien niet nodig is geweest. De schaalvergroting van de Rotterdamse haven ging zo snel dat het ook uit economisch en infrastructureel oogpunt handiger was geweest om in één keer de sprong naar het westen te maken en de oude dorpskernen plus een kleine landelijke enclave te behouden. Van achteraf kijk je een koe in d'r kont, plachten de boeren op Rozenburg vroeger te zeggen.

Vertellers (in volgorde van opkomst): Joost Bestenbroer, Wim van Oudheusden en Jaap Varekamp
 
 
 
 
 
 
 
Frans Posthuma werd geboren in Friesland, in 1913. Hij was in Rotterdam gelegerd toen het gebombardeerd werd. De verwoesting van stad en haven zouden de carrière van de jonge civiel ingenieur kleuren. Na de bevrijding ging hij aan de slag bij het Havenbedrijf, toen nog een onderdeel van Gemeentewerken. Herstel van haven en industrie stonden bovenaan zijn agenda. In 1959 wordt hij directeur. Hij was een man met visie die de grote ontwikkelingen in de petrochemische industrie onderkende en al snel uitgroeide tot de motor achter de aanleg van nieuwe havens en handelsterreinen. Tijdens zijn bewind vestigden zich in de haven van Rotterdam tientallen raffinaderijen en fabrieken. Met de voorwaarden nam men het niet zo nauw. Later zorgde Posthuma ervoor dat Rotterdam als eerste haven in West-Europa gereed was voor het containertijdperk. Zijn uitgangspunt was simpel: een schip mocht nooit hoeven wachten om geladen of gelost te worden.
In de 15 jaar van zijn bewind groeit Rotterdam uit tot de grootste haven van de wereld. Posthuma werft actief onder de petrochemische multinationals om zich op Rozenburg te vestigen. Net als de grote havenbaronnen die hem voor gingen correspondeert hij met de captains of industry over de hele wereld. Hij voorziet zowel de schaalvergroting in de scheepvaart als de komst van de container. En nog voor er een vaargeul, toestemming of geld is haast hij zich om de Gulf Oil Corporation te verzekeren dat Rotterdam klaar zal zijn voor de komst van de mammoettankers. Vaak was de grond van de nieuwe havengebieden al uitgegeven voor het bouwrijp was. Garantstellingen, vergunningen, in Rotterdam was alles binnen twee dagen te regelen.

Jan Molenaar was accountant en begeleidde de onteigeningen. In tegenstelling tot de meeste ambtenaren die de stad nooit uit kwamen, was hij regelmatig te gast bij boeren en bewoners op Rozenburg. Zo’n onteigening was heel ingrijpend. Ik herinner me dat Drees in een restaurant in Oostvoorne kwam vertellen dat de boeren binnen het jaar moesten wijken voor de haven van Rotterdam. Boer Noordam was de laatste. Waar hij zat is nu de werf van Verolme. De onteigening was heel vervelend voor de Rozenburgers, maar ikzelf ben er niet slechter van geworden. Ik begeleidde de onteigening en maakte een en ander financieel in orde. Mijn provisie was 1,5 procent.


X 
X 
 
 
DE TERUGKEER DEEL 2 - DE GOD VAN DE HAVEN

Door de spelers wordt er niet over gepraat. Maar onder oud bewoners van het eiland gaan hardnekkige geruchten dat onder het groene gras van de golfbaan chemisch afval ligt opgeslagen. Hole in one.

 
 
 
 
Harry is een succesvol zakenman. Hij is ooit begonnen als glazenwasser, op de boekhouding van het bedrijf beland en de ladder opgeklommen tot assistent bedrijfsleider. Dankzij een combinatie van gladde praatjes en een paar handig uitgevoerde witwasklusjes is hij daarna bij Price Waterhouse Coopers terecht gekomen. In 2010 is hij overgestapt naar het Havenbedrijf, maar toen de geruchten over belangenverstrengeling te hardnekkig werden is hij een eigen bureau begonnen HDG-consultancy. Harry heeft heel zijn leven gewerkt aan zijn netwerk en maakt daar vaak en gretig gebruik van. Uit zijn eerste huwelijk heeft hij twee volwassen zoons, die hij vrijwel nooit meer ziet. In 1977 is hij getrouwd met Leontien Kluut-Wiegers. Zijn stiefzoon Michel heeft hij aanvankelijk genegeerd, maar vanaf de puberteit botsten de twee vrijwel dagelijks. De tegendraadse sloddervos tegenover de erg op uiterlijk vertoon gestelde Harry. Na een uit de hand gelopen vechtpartij die met gemak door de toen nog sportschoolverslaafde Harry werd gewonnen, is Mies het huis uit gegaan. Harry heeft erg veel contacten, maar amper vrienden. De meesten weten intussen dat hij je beduvelt waar je bij staat, maar hebben hem nou eenmaal zo nu en dan nodig. Ook zijn hulp aan Josanna is niet onbaatzuchtig. Het is hem vooral te doen om de provisie die hij krijgt bij het afsluiten van een stevige hypotheek. Dat hij op de hoogte is van de plannen van RWS om een stuk snelweg over de boerderij aan te leggen weerhoudt hem er niet van de deal te sluiten. Met een gedwongen uitkoop is er immers opnieuw provisie te halen.
Kees Deenik speelt Harry de Geus. Kees heeft jarenlang gewerkt als huisarts in Capelle aan den IJssel. Tegenwoordig is hij theatermaker. Daar verloochent hij zijn andere carrière niet; met het HoutenBeenTheater geeft hij nascholing aan professionals in de gezondheidszorg. Ook in het Rotterdamse Wijktheater blijft hij, net als in de huisartsgeneeskunde, dicht bij de mensen.


 
 

Polders voor industrie

In Polders voor Industrie doet een anonieme boer zijn verhaal. Hij kreeg na de eerste onteigening en zijn gedwongen vertrek van Blankenburg de kans om een nieuw bedrijf te beginnen in de Scheurpolder, westelijk van het dorp Rozenburg. Voor hij goed en wel zijn akkers had ingezaaid begon al de tweede onteigeningsprocedure omdat ook Europoort West haven- en industriegebied moest worden. Deze keer koos hij eieren voor zijn geld en vertrok naar Flevoland. Daar zou de haven hem iet kunnen achterhalen.

 
 
 
 
 
 

'Al spoedig werden we voor een tweede keer onteigend'
 
 

De ontwikkelingen op Rozenburg gingen zo snel dat veel bewoners die eerst nog naar de andere kant van het eiland moesten vluchten al spoedig voor de tweede keer werden onteigend.

Sprekers in volgorde van opkomst: Joop Reurink, Wim van Oudheusden, Jaap Varekamp, Arie Lievaert
 
 
 
 
 
 

Vrije volk Heenvliet verzet

'Oordeelt niet voor het tijd is. Dus weet, of, wacht', zo luidt de tekst in een grijze gevelsteen van het eeuwenoude veerhuis van Nieuwesluis, de buurtschap van de gemeente Heenvliet, die gedoemd is te verdwijnen. Nieuwesluis met zijn rijke historie, en het landelijke Blankenburg aan de overkant van de Brielsse Maas op het eiland Rozenburg, worden van den kaart geveegd voor nieuwe havens en industrieën.

'Onzekerheden, onzekerheden en nog eens onzekerheden,' zei gisteravond burgemeester Vijgeboom van Heenvliet in de huiselijk gezellige raadzaal, waar de koffie op de kachel staat te geuren, tegen zijn zeven raadsleden. Hij wist ze te overtuigen, dat de noodzaak van de havens en industrieën twijfelachtig is en dat de door nagenoeg iedereen aanvaarde havenplannen niet verantwoord zijn. Daarom blijft Heenvliet zich met man en macht verzetten.

Maar is alles wel zo onzeker als burgemeester Vijgeboom het voorstelt? Het lijkt onwaarschijnlijk. Of men moet aannemen dat Rotterdam een verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven en dat alle mogelijke bestuursinstanties - tot het college van GS toe - dat niet in de gaten hebben. Rotterdam betoogt dat het dringend nieuwe industrieterreinen nodig heeft die bereikbaar zijn voor zeeschepen. Die terreinen moeten in de onmiddellijke omgeving van het Botlekgebied liggen. Niemand - zeker Gedeputeerde Saten niet - liep aanvankelijk erg warm voor de plannen. Men vreesde de Rotterdamse gulzigheid. En dat was te begrijpen: Botlekgebied, Europoort en nu weer Nieuwesluis en Blankenburg.

Heenvliet blijft in verzet volharden, Het Vrije Volk 5 september 1961
 
 

  
 
 

 
 
 

Naar de nieuwe polder: meer land om op te leven

In 1959 werd in opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een voorlichtingsfilm gemaakt over de 'inrichting der Zuiderzeepolders'. Aanleiding was het droogvallen van Oostelijk Flevoland in 1957, maar ook in de eerder aangelegde Noordoostpolder is op dat moment nog plek. Voor boeren uit het steeds vollere en steeds verder geïndustraliseerde westen was het volgens het ministerie een ideale vestigingsplaats. De schaalvergroting in de landbouw krijgt in diezelfde jaren een enorme versnelling. Sicco Mansholt is op dat moment de pleitbezorger van vergaande mechanisatie en steeds grotere percelen. De ruilverkaveling zal het Nederlandse landschap onherkenbaar veranderen. Boeren die in aanmerking willen komen voor een plekje in de nieuwe polders moeten zich een stevige ballotage laten welgevallen. Vanaf Rozenburg vertrekken er zeker een stuk of twintig.


'Meer Land om op te Leven' werd geregisseerd door de gerenommeerde filmer Anton Koolhaas. Hij maakte een rechttoe rechtaan propagandafilm, waarin volgens strakke lijnen uiteen wordt gezet hoe de nieuwe modelsamenleving er uit moet komen te zien.

 
 
 
 
 
 

'Als mijn vader niet onteigend geworden was, had hij nooit zo'n mooie oude dag gehad'
 
 

Rotterdam koopt in hoog tempo de boeren op Rozenburg uit. De grond wordt tegen landbouwprijzen gekocht en de gemeente toont zich een hard onderhandelaar. Het verzet beperkt zich tot een enkele leus op een muur. Het gebeurde gewoon. Voor sommigen pakte de onteigening ronduit goed uit en bezorgde de voormalige boer een zorgeloze oude dag.

Vertellers (in volgorde van opkomst): Wim van Oudheusden, Jaap Varekamp, Ger Boer, Joost Bestenbroer, Arie Lievaert en Joop Reurink
 
 
 
 
 
 

Polygoonjournaal: Rotterdamse havendag 1965


Rotterdam is trots op zijn havenuitbreidingen. Een bus rijdt alsmaar verder naar het westen. De gasten vergapen zich aan de havenuitbreidingen, die elkaar sneller dan voorzien opvolgen. Elke paar maanden is er weer een raffinaderij klaar. Deze, van de Gulf, wordt geopend door de minister van economische zaken, Joop den Uyl. Het is overigens het zelfde jaar waarin hij ook de mijnsluiting bekend maakt. Van de ene fossiele brandstof naar de andere.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Tankers van een miljoen ton

De Maasvlakte wordt aangelegd. Een plateau in zee, bedoeld als haven- en industriegebied, maar op dit moment nog een barre woestenij van zand en slib. Shell heeft bijna dertig reuzentankers van meer dan 200.000 ton in bestelling. De heer D. Rodenburg van Shell denkt dat het wel door kan gaan tot tankers van een miljoen ton. De interviewer maakt zich zeker na de ramp met de Torrey Canyon die in 1967 met ruim 100.000 ton ruwe olie bij Cornwall op de klippen liep, zorgen over de milieurisico's van deze mammoettankers.

Europoort Oliepoort, 11 november 1968, Will Simon (AVRO)

 
 

'Zou je voortaan ook niet in zo'n knappe auto willen rijden?'
 
 

Tot verbazing van de gevestigde aannemerij wint De Jager en Klein de inschrijving voor een groot werk in Europoort. Met hagelnieuwe zandwagens is hij in staat het werk naar behoren en op tijd uit te voeren. Cees Klein maakt zich kwaad over het gesloten front van de grote jongens (Volker, Boskalis et cetera) dat hij tegenover zich vindt. Omgekeerd zijn zijn methoden ook niet alleen maar eerlijk. In zijn glanzende Mercedes vervoegt hij zich bij een opzichter van de gemeente Rotterdam die net uit zijn Opeltje stapt. De wederdienst is natuurlijk dat de ambtenaar hem ook een volgend werk gunt. Het zijn de jaren zestig, regels gelden hier niet. Het is de Europoort, het is het wilde westen van Rotterdam.
 
 
 
 
 
 

De witte was, ja dat gaat hier eigenlijk niet meer...

'Mensen met astma of bronchitis kennen hier niet blijven.... Soms kan je de ramen niet meer schoon krijgen aan de buitenkant. Wat of dat er dan op zit....' De klachten zijn legio, maar weinig mensen vertrekken daadwerkelijk. Aanvankelijk blijven de bewoners gedwee afwachten tot er misschien iets verandert. In Vlaardingen wordt in 1963 de 'Vereniging tegen luchtvervuiling' opgericht. De protesten blijven beschaafd; bewoners bezoeken de nieuwjaarsreceptie van burgemeester Thomassen met een gasmasker op. Pas in 1967 wordt de Meldkamer Luchtverontreiniging en Geluidshinder in het leven geroepen. Die registreert klachten en verricht metingen. Maar optreden kan ze niet.

 
De adem van Rijnmond, 19 mei 1965, Pier Tania (VARA)

 
 
 
 
 
 

 
 

Rotterdam wordt de grootste haven ter wereld

Burgemeester Van Walsum roept in 1962 de haven van Rotterdam uit tot de grootste haven ter wereld. Het is voor het eerst in de geschiedenis van de Rotterdamse haven dat de grens van 25.000 schepen wordt verbroken. Dat jaar is er 97 miljoen ton overgeslagen, waarmee Rotterdam concurrent New York passeert. Burgemeester Van Walsum verklaart verder dat Rotterdam mogelijk al jaren een stuk groter was dan New York, als je het op een bepaalde manier bekijkt. New York rekende ook de overslag van New Jersey mee, terwijl Rotterdam de cijfers van Schiedam, Vlaardingen en Dordrecht buiten beschouwing liet.

Tussen drie en vier uur kwamen er maar drie meer, tussen vier en vijf maar twee. Er waren er toen nog twee nodig en de laatste zou de 25.000ste zijn. Frappant toeval op dat moment: de loodsboot liet weten, dat hij nog maar één loods beschikbaar had en dat het andere schip, het 25.000ste moest wachten op een loods van de nieuwe, onderweg zijnde ploeg.

Recordship Tosterö om 17.40.21 uur verwelkomd, Het Vrije Volk 19 december 1962
 
Ook vanuit andere havensteden is er gereageerd. “We hebben altijd een vriendschappelijke verhouding gehad. Als het met de ene vriend goed gaat, kan de andere vriend dat toch alleen maar toejuichen?”, liet de wethouder van Havenzaken in Antwerpen weten. Het stadsbestuur in Hamburg was minder gecharmeerd. Het Vrije Volk: “Je krijgt op het Hamburgse stadhuis na lang aandringen een functionaris, die zegt de eerste burgemeester zeer nabij te staan. (…) en het enige antwoord luidt: “Nah, und?”

Rotterdam blijft tot 2004 de grootste haven ter wereld, dan neemt Shanghai de titel over. Het Europoortgebied was in 1962 vrijwel uitsluitend gericht op de overslag en verwerking van aardolie. Ook het vervoer van droge bulkproducten onderging een enorme schaalvergroting. Hiervoor werd in het westelijk deel van het Europoortgebied ruimte gereserveerd voor de overslag van graan en erts. De kades van het Ertsoverslagbedrijf Europoort en het Europees Massagoed Overslagbedrijf (EMO) zijn de enige loskades ter wereld waar de bulkcarrier Berge Stahl kan lossen.

 
 

Scheepswerf Verolme, Botlek, 2006 / kolen- en ertsverslag EMO, Maasvlakte, 2006 / fotografie uit - Report Rotterdam - © Freek van Arkel

 

Het Vervolg: Zand erover


Wat ging er schuil er achter de Maassluise 'Zandaffaire’ die in de jaren zeventig nationaal opschudding veroorzaakte? Verwijst het naar Het Zandpad in Maassluis, de straat die gesloopt werd voor de bouw van de luxe villa van burgemeester Van Dijck? Of was het de omhooggevallen wethouder die tijdens een affaire met zijn secretaresse werd betrapt op het strand van Hoek van Holland? En was het corruptieschandaal lokaal en eenmalig of gebeurt het nog elke dag, vlak onder onze ogen?


Bedrog wordt pas een affaire op het moment dat het onder een herkenbare naam wordt ontmaskerd. Zolang het bedrog geen naam heeft bestaat het niet. In tijden van nepnieuws en massamedia werkt het principe inmiddels ook omgekeerd. Waar rook is moet vuur zijn. Maar onze rookmachines draaien op koudijs die illusies tot mythische proporties opblazen waarmee het zicht op de waarheid wordt ontnomen.

Een affaire met een goede naam helpt de onthullende nieuwsberichten te verbinden waarna het kan gaan rondzingen. 
 
 Onbekend is wie ‘zand’ als metafoor aan het schandaal in het Maassluis van de jaren zeventig heeft verbonden. Een perfecte naam die de hele zwendel in enkele lettergrepen samenvat. Je kunt op zand bouwen maar er evengoed iets onder verbergen of zelfs voorgoed laten verdwijnen. Zand heeft bijzondere eigenschappen. Het is als met het ophogen van je achtertuin: je gooit het erop, en het is weg.